Economic Board The Hague over aanbevelingen Planbureau voor de Leefomgeving voor versterking Haagse economie

16 augustus 2018
Factoren Economische Groei

Om zijn economie te robuuster te maken, moet Den Haag de groei van clusters met ‘stuwende’ werkgelegenheid stimuleren en tegelijkertijd werken aan de vaardigheden van mensen en bedrijven aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Dat adviseert het Planbureau voor de Leefomgeving in het recente rapport ‘De economie van Den Haag’. Het beleid waarmee dat moet gebeuren moet integraal zijn, gericht op samenwerking met de regio én evidence based. De Economic Board The Hague ondersteunt de aanbevelingen van het planbureau en wil hier in zijn projecten en adviezen aan bijdragen.

Op 6 juli 2018 bracht het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) het rapport ‘De economie van Den Haag’ uit, een historische analyse van hoe de huidige structuur van de Haagse economie tot stand is gekomen. In het rapport over Den Haag kijkt het planbureau zo’n veertig jaar terug op de ‘initiële condities’ en het gevoerde beleid van waaruit de huidige economie status quo van Den Haag is ontstaan.

Hoe de Haagse economie op achterstand kwam
De Haagse economie heeft de laatste decennia een relatief lage economische groei en lage werkgelegenheidsgroei gekend en een achterstand opgelopen ten opzichte van andere grotere steden, zoals Amsterdam en Utrecht (in Europees perspectief valt het overigens mee en staat Den Haag in de middenmoot).

PBL schetst enkele historische oorzaken:

  • De ruimtelijke inklemming van de stad en de financiële problemen in de jaren negentig van de vorige eeuw (‘artikel 12’-status) heeft grote investeringen in Den Haag in het verleden lastiger gemaakt dan op andere plekken.
  • Den Haag heeft historisch een gebrek aan specialistische clusters met ‘stuwende’ bedrijvigheid. Dat is het soort bedrijven die geld van buiten de regio naar binnen brengen. Den Haag is economisch te afhankelijk van de non-profitsector (met name de Rijksoverheid). De grote bedrijven die Den Haag wél heeft zijn maar beperkt verweven met het regionale MKB en de lokale overheden. De inzet op de ontwikkeling van clusters rondom de thema’s vrede, recht en veiligheid startte pas in 2011.
  • In Den Haag bestaat van oudsher een grote economische en ruimtelijke segregatie. Er was een planningstraditie om hoog- en laagbetaalden gescheiden van elkaar te huisvesten.
  • Het heeft in Den Haag lang ontbroken aan strategisch economisch en ruimtelijke overheidsbeleid, gericht op economische groei. De kennisinfrastructuur is relatief laat versterkt (onder meer met de komst van Universiteit Leiden). De regionale samenwerking was suboptimaal.

Economische ‘troeven’ van Den Haag
PBL schetst ten eerste de economische ‘troeven’ voor de versterking van de Haagse economie:

  • Den Haag als ‘Consumer City’: een aantrekkelijk woon- en leefklimaat door middel van het hoogwaardige voorzieningenniveau, de ligging aan zee, de culturele en culinaire voorzieningen, veel groen in de stad en veel congressen.
  • De Haagse innovatiestrategie, die is ingezet met de ‘Agenda Kenniseconomie’ uit 2015, waaronder de strategische inzet op de (door)ontwikkeling van specialistische clusters (Vrede en Recht, The Hague Security Delta, Finance en Legal, IT/TECH en Energie) en crossovers tussen die clusters en doorontwikkeling van de Haagse kennisinfrastructuur (met name Campus Den Haag en de Haagse Hogeschool). Inzet op maatschappelijke startups met het programma Impact Economy en de inzet op het Central Innovation District als plek waar een groot deel van de clusterontwikkeling en verbinding met de bredere regio en Randstad moet neerslaan.
  • Een ondernemende overheid. Er is volgens PBL dit decennium een duidelijke kentering gekomen in het gemeentelijke economische beleid. De gemeente is proactiever geworden richting medeoverheden waaronder de Metropoolregio Rotterdam Den Haag, Leiden en Delft, het bedrijfsleven en het onderwijs (de ‘triple helix’). De samenwerking met de Rijksoverheid en het buitenland (met name Europa) moet nog sterker.

Aanbevelingen
Hoewel het rapport voornamelijk een historisch en analytisch karakter heeft, komt PBL op basis van zijn analyse en zijn kennis van regionale economische ontwikkeling ook met een aantal aanbevelingen. Volgens PBL heeft Den Haag een strategisch plan nodig voor de versterking van de regionale economie. Dit strategische plan zou een integraal karakter moeten hebben met aandacht voor ondernemerschaps-, innovatie-, kennis-, cluster- en arbeidsmarktbeleid. De totstandkoming en uitvoering zou (meer dan in het verleden) in regionale context moeten worden opgepakt. In het plan moet sprake zijn van een tweesporenbeleid, ten eerste het stimuleren clusters met stuwende werkgelegenheid en ten tweede het werken aan vaardigheden van mensen en bedrijven aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Het PBL wijst er tot slot op dat het te vormen strategisch economisch beleid zoveel mogelijk evidence-based (wetenschappelijk bewezen effectief) zou moeten zijn.

Reactie Economic Board The Hague
De Economic Board The Hague ondersteunt deze conclusies en aanbevelingen van het PBL en zal deze meenemen in de totstandkoming van het werkprogramma voor 2019 en verder. De EBTH realiseert zich terdege dat stimulering van economische ontwikkeling niet iets is dat op een achternamiddag kan worden gerealiseerd. Het vergt een lang adem en succesvol ingezet beleid dient consistent en consequent te worden volgehouden. Daarbij moet worden gerealiseerd dat de kost voor de baat uit gaat en dat resultaten niet direct zichtbaar worden.

Het opleiden van mensen bijvoorbeeld voor de (nieuwe) arbeidsmarkt  is een taai dossier maar noodzakelijk voor het bevorderen van de werkgelegenheid in de Haagse regio.

De EBTH zal binnenkort in haar meerjarenwerkprogramma verder ingaan op de aanbevelingen uit dit rapport en met concrete voorstellen ter verbetering van de economische (infra)structuur komen.

Factoren Economische Groei
Stedelijke regio’s als motoren van economische groei
Het rapport over Den Haag is een achtergrondstudie bij het grotere onderzoek ‘Stedelijke regio’s als motoren van economische groei’ van het Planbureau voor de Leefomgeving uit 2017 waarin het PBL op basis van wetenschappelijke literatuur onderzocht welke factoren samenhangen met de economische ontwikkeling van regio’s. En in hoeverre die factoren te beïnvloeden zijn door lokale of regionale overheden. Dit rapport stelt aan dat regionale economische ontwikkeling wel degelijk door beleid van lokale en regionale overheden versterkt kan worden, mits zij de juiste, regiospecifieke factoren voor economische groei beïnvloeden.